BIJZONDERE VERRICHTINGEN

RECHT ACHTERUIT

Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
Langzaam rijden (houdt de koppeling op het aangrijpingspunt).
Veel rondom de auto kijken (kijk via de rechter buitenspiegel naar de stoeprand).
Weinig sturen (houdt de stoeprand op ongv. 20 cm afstand).

HELLINGPROEF

  • Auto in de eerste versnelling zetten.
  • Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  • Koppeling op laten komen totdat de motor vooruit wil. (houdt de koppeling nu vooral vast op het aangrijpingspunt!)
  • Binnenspiegel, buitenspiegel en linkerschouder kijken en geef richting aan naar links.
  • Handrem laten zakken of de voetrem loslaten (koppeling nog steeds vasthouden).
  • Iets meer gas geven. (ongeveer 1200 toeren)
  • Koppeling nu langzaam op laten komen en wegrijden met de koppeling op het aangrijpingspunt.

KEREN DE WEG

  • Auto in de eerste versnelling zetten.
  • Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  • Koppeling langzaam op laten komen tot het aangrijpingspunt en vasthouden.
  • Zeer langzaam rijden, snel naar links sturen en veel rondom de auto kijken.
  • Bij het snijpunt (rechts onder in de voorruit) snel naar rechts sturen totdat dit niet verder kan of totdat je de stoeprand zachtjes raakt.
  • In de achteruit versnelling zetten en rondom de auto kijken.
  • Achteruit rijden (evt doorsturen) en veel kijken totdat de voorkant duidelijk naar links uitwijkt, waarna je dan snel en volledig naar links stuurt.

FILEPARKEREN

Stap 1 – Bepaal waar je de auto gaat parkeren en zet de auto in de eerste versnelling.

Stap 2 – Voordat je stopt kijk je goed in de spiegels rondom de auto. Verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt en geef je richting aan.

Stap 3 – Stop je auto naast de auto waar je achter wilt gaan parkeren. Zorg ervoor dat de rechter buitenspiegel gelijk staat met de bumper van de andere auto. Kijk terwijl je dit doet over je linkerschouder.

Stap 4 – Rij de auto langzaam achteruit tot de achterleuning van jouw auto gelijk is aan de achterkant van de auto naast je (zie de lijn op de afbeelding). Stuur nu zo snel mogelijk volledig naar links.

Stap 5 – Kijk in de rechter en linker buitenspiegel en draai het stuurwiel terug om de auto recht te zetten.

ACHTERUIT IN EEN VAK PARKEREN

Stap 1 – Bepaal in welk parkeervak je wilt gaan parkeren.

Stap 2 – Voordat je stopt kijk je goed in de spiegels rondom de auto. Verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt en geef je richting aan.

Stap 3 – Zet de auto stil minstens twee vakken voor het vak waar je wilt parkeren, zodat je met de rechter buitenspiegel bij vak 3 ½ staat.

Stap 4 – Wanneer het snijpunt half in de deur is: stuur je zo snel mogelijk, volledig naar rechts. Blijf goed rondom de auto kijken!

Stap 5 – Als de auto recht voor het vak staat, stuur je twee hele slagen terug naar links.

DASHBOARD

Bij het afleggen van de diverse toetsen en eventueel het examen, is het mogelijk dat de examinator enige vragen stelt over de auto. Hierbij zijn de controle lampjes en de bedienings knoppen in het dashboard belangrijk.

Om hierop goed voorbereid te zijn, zijn op deze site enkele foto’s van het dashboard te zien. Uiteraard met de daarbij behorende uitleg van de diverse controle lampjes en/of bedieningsknoppen.

Het is ook mogelijk dat de examinator enkele technische vragen stelt over het motor compartiment.

BOCHT ACHTERUIT KEREN

  • Kijk rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  • Als de bocht uit je rechter spiegel verdwijnt: 1/2 slag sturen, kijken… 1/2 slag sturen.
  • Daarna op gevoel de rest van de bocht sturen en veel KIJKEN!
  • Wanneer de bocht “gerond” is, het stuur 2 slagen (2x overpakken) terug naar links draaien wanneer de achterkant van de auto ongeveer 20 cm bij de stoeprand vandaan is.
Scroll naar boven